< Terug

De Bijbel. Hoe oordeelt de geschiedenis erover - Deel 10: Bewijs in de Koran zelf deel 2

...Vervolg inhoud van aflevering 09: Bewijs van de Koran zelf deel 1
Terug naar deel 1 klik hier.

Bekijk ook de inleiding door Bert Dorenbos.

Aflevering 10: Bewijs in de Koran zelf deel 2:

Is de Koran universeel?

Nu komen we bij een zeer controversieel vierde punt, moslims geloven dat de Koran universeel toepasbaar is. Een boek voor alle tijden, voor alle mensen, uit alle plaatsen. Smith vraagt aan Tavassoli wat hij daar van denkt.

De Koran lijkt zich voor Tavassoli te beperken tot een Arabische omgeving. Het is moeilijk om alle islamitische regels toe te passen op de hele wereld.

Jay Smith stelt voor om dat eens te analyseren net behulp van twee voorbeelden. Er zijn talloze voorbeelden, maar Smith houdt zich vanwege de tijd een deze twee voorbeelden. En wel de positie van vrouwen en het probleem van geweld en vrede. Die dingen zijn voortdurend in het nieuws.

De Koran over vrouwen en erfenis

Eerst de positie van vrouwen. Smith en Tavassoli zijn beiden mannen en hebben beiden ook een vrouw. Ze weten dus waar ze over spreken. Onlangs had Jay Smith een radiodebat met het hoofd van het islamitische radiokanaal in Engeland over deze kwestie. Dat was vorige week. Het ging over vrouwen in de Koran. Deze man werd erg boos toen Smith de Koran erbij haalde. Fascinerend nietwaar? Hij wilde deze verzen niet lezen. Hij wilde niet dat ik naar Soera 4:11 ging. In Soera 4:11 staat dat de man tweemaal zoveel erft als zijn vrouw. Dat lijkt vreemd, maar daar is een reden voor. In de 7e eeuw gingen de kinderen in geval van een echtscheiding naar de man. Dan is het logisch dat hij meer geld krijgt. In de 21e eeuw is dat niet meer het geval. Bij een scheiding gaan de kinderen in 95% van de gevallen naar de moeder, die veel beter in staat is om voor ze te zorgen. Zeker nu de gezinnen minder groot zijn in vergelijking met de 7e eeuw. Soera 4:11 schijnt dus niet van toepassing te zijn voor vandaag, maar beperkt zich tot de 7e eeuw en waarschijnlijk ook nog in een Arabische context. Zo universeel is de Koran dus niet. Dat wist de radioman wellicht ook en daarom vond die het waarschijnlijk niet leuk als Jay Smith hem daarmee voor de radio monddood zou maken. Mogen we Soera 4:11 dan weggooien? Dat willen moslims niet.

De Koran over geweld tegen vrouwen

Soera 4:34 is meer omstreden. Smith zal de inhoud parafraseren. Dan staat er dat mannen hun vrouwen beschermen, maar een ongehoorzame vrouw moet je eerst vermanen, daarna mag ze je bed niet meer delen en tenslotte moet je haar slaan.

‘Stop hier even en denk na’ zegt Jay Smith tegen Sasan Tavassoli. ‘Zou jij daar als echtgenoot moeite mee hebben?’ Tavassoli zou daar natuurlijk zondermeer moeite mee hebben.

De Bijbel over vrouwen

In de Bijbel staat dat de man het hoofd is van de vrouw en Efeziërs 5:25 zegt: 'Mannen, hebt uw vrouw lief evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad.' De Bijbel vergelijkt het met de relatie tussen Christus en de kerk! Hoe moet een man zijn vrouw behandelen? Net zoals Christus zijn kerk heeft liefgehad! Hij gaf Zijn leven om haar te beschermen en te heiligen. Zo moeten wij met onze vrouw omgaan. Wat een prachtig hoofdstuk.

Niet alle moslims zien vrouwenteksten universeel

Soera 4:34 stelt voor om je vrouw te slaan. Wat moet je met zo’n vers? Jay Smith heeft met moslims ook over dit vers gedebatteerd. Op Cambridge zat dr. Azzam Tamimi eens naast hem, met dr. Winter aan de andere kant. Allebei moslims. Dr. Winter heeft zich bekeerd tot de islam. Op Cambridge is hij hoofd van de afdeling theologie. Tamimi is hoofd van het Moslim-genootschap van Engeland. Hij steunt de Hamas. Hij is een Palestijn, een vurige gepassioneerde man. Je ziet hem voortdurend op tv. Zijn passie is verbazingwekkend. Smith, Tamimi en Winter zaten op het podium rond de vraag: Is de islam relevant voor de 21e eeuw? De 'Cambridge Union' luisterde toe. Het was een zeer liberale, intellectuele, academische omgeving.

Smith vroeg: 'Kunnen jullie mij Soera 4:34 uitleggen? Smith was benieuwd naar hun mening. Dr. Winter zat bij hem aan tafel. Winter is een Engelsman. Een kalme, beheerste man. Hij zei: 'Ik hoef dat vers niet uit te leggen. Het is niet bestemd voor vandaag. We moeten de verzen uit de Koran die bestemd zijn voor de 7e eeuw niet toepassen op de 21e eeuw. Ik hoef het daarom niet uit te leggen. Voor mij is het niet bruikbaar.'

Dr. Tamimi werd echter boos en begon te argumenteren met dr. Winter, terwijl Jay Smith rustig luisterde hoe zij argumenteerden. Smith vond het prima, want daarin ligt het probleem met de islam: Wat doe je met zulke verzen? Het gaat om een universeel dogma beweren moslims, maar hier waren twee moslims met elkaar in debat over een vers dat niet universeel kan zijn. Je kunt je vrouw niet slaan. In Europa is er vandaag geen wet die dat toestaat. Dan is het geen universele tekst meer.

Korantekst plaatst je buiten de tijd

Tamimi richtte zich tot Smith en zei: 'Maak je geen zorgen, dat is de laatste stap. Eerst moet je haar vermanen. Daarna mag ze je bed niet meer delen.' Daar trapte Smith op de rem en vroeg of Tamimi geloofde dat er dus een volgorde is? Ja, dat geloofde hij. Je moet eerst je vrouw vermanen en als dat niet werkt ga je naar de volgende stap en dat is haar het huwelijksbed weigeren. 'Dat is niet niks,' zei Smith. In de 7e eeuw had een vrouw namelijk twee verantwoordelijkheden. Ze moest haar man voeden en zijn kinderen baren. Ze verliet het huis niet. Ze mocht niet buitenshuis werken. Als ze dan je bed niet meer mag delen, dan ontneem je haar alles en vernietig je haar identiteit. Dat gaf Tamimi toe. 'Dan is het slaan van je vrouw best wel heel ernstig,' zei Jay Smith. Daarna zei Tamimi iets heel merkwaardigs. In aanwezigheid van het publiek zei hij: 'Ik ken veel vrouwen die graag geslagen worden.'

Smith is duidelijk: Zoiets zeg je niet op Cambridge in aanwezigheid van een academisch publiek. Tamimi besefte niet dat je zoiets in Engeland niet kan zeggen. Dit bevestigt ons vermoeden. We kunnen het Tamimi niet kwalijk nemen. We kunnen hem niet aanwijzen als de schuldige. De tekst is schuldig. De Koran is het probleem. Dit vers is niet relevant voor de 21e eeuw. Ik beklaag moslims die ermee te maken hebben. Gelukkig zegt het Nieuwe Testament dat niet. Er is niets in het Nieuwe Testament dat zegt dat je vrouw je bed niet mag delen. Zegt het Nieuwe Testament ook maar ergens dat je je vrouw moet slaan? Die teksten zijn niet te vinden.

De Koran over vrouwen in de rechtbank

Smith neemt ons mee naar het volgende voorbeeld over vrouwen in de Koran en wel Soera 2:282. Daar staat dat het getuigenis van een vrouw voor de rechtbank voor 50 procent telt. Het telt maar voor 50 procent!

Is dat bij christenen ook zo? Kijk dan maar eens wat Jezus deed toen Hij opstond uit de dood. Wie zagen Hem als eerste? Vrouwen. De eerste evangelisten voor Jezus waren vrouwen. Als we even stilstaan en nadenken beseffen we pas hoe baanbrekend dit was. Jezus leefde en werkte in een Joodse omgeving in de 1e eeuw. Was het getuigenis van een vrouw gezaghebbend in die omgeving? Absoluut niet. Die leek erg op de islamitische omgeving van nu. Waarom koos Jezus ervoor Zich eerst aan vrouwen te openbaren? Jezus was radicaal en benadrukte hiermee de waardigheid van vrouwen. We kennen de geschiedenis van Maria en Martha. Martha staat in de keuken en Maria zit aan Jezus' voeten. Martha eist dat Martha naar de keuken komt waar ze thuishoort. Maar hoe reageerde Jezus? Hij erkende dat ook vrouwen kunnen leren en Zijn discipelen kunnen zijn. De rabbi’s destijds stonden dat niet toe, maar Jezus gaf vrouwen een nieuwe horizon. Hij zette een Joodse traditie van duizend jaar op zijn kop. Van Hem mocht een vrouw aan de voeten van een rabbi zitten. Ongehoord in het Judaïsme van de eerste eeuw. Dat is de schoonheid van Jezus Christus.

Sasan Tavassoli wijst ook op het gesprek met de Samaritaanse vrouw. Jezus overbrugde culturen en rassen. Een Rabbi met een zondige vrouw. Jezus haalt alle barrières neer, niet alleen toen, maar tot op de dag van vandaag. Hij laat ons zien dat we vrouwen met waardigheid, respect en liefde moeten behandelen.

De Koran over vrouwen als gebruiksvoorwerp

Nog één vers te gaan als voorbeeld en wel Soera 2:223. Jay Smith vindt dit het moeilijkste vers om commentaar op te geven. Zijn vrouw denkt er net zo over.

'Uw vrouwen zijn een akker - komt tot uw akker, zoals en wanneer het u behaagt.' Wat betekent dit? Je ploegt je veld, je akker. Vrouwen moeten geploegd worden. Dat heeft een enorme seksuele bijbetekenis. Komt tot uw akker (je vrouw), zoals en wanneer het u behaagt. Ze mag geen bezwaar maken.

Op Tavassoli komt dit over alsof een vrouw wordt afgeschilderd als een object om je seksuele lusten op bot te vieren.

Smith benadrukt dat volgens deze tekst een vrouw niet alleen je eigendom is, maar je seksuele eigendom. Als Jay Smith moslims op dit vers wijs, zeggen ze dat hij dat vers heeft verzonnen en dat het niet in de Koran staat. Maar waarom zou Smith zijn tijd verspillen aan een boek met zulke verzen? Smith kan dat vers niet begrijpen en het brengt ook elke moslim in verlegenheid. In het Nieuwe Testament hebben we niet zulke verzen.

Smith wijst erop dat hij hier met opzet spreekt over het Nieuwe Testament. Waarom niet over het Oude Testament?

Omdat er een paar overeenkomsten zijn tussen de oudtestamentische wetten, culturele context en de islam. Vooral als het gaat om het volgende onderwerp wat betreft universaliteit, namelijk vrede en geweld. Naast de positie van vrouwen, moeten we ook het thema vrede en geweld behandelen. Smith zal ons uitleggen waarom.

De Koran over geweld

Als je de krant openslaat heb je grote kans dat je iets leest over geweld in combinatie met de islam. Iedereen weet dat. Er is echt een probleem met geweld in de islam. We moeten dat behandelen, ook al is het moeilijk. Laten we teruggaan naar de Koran. Als moslims zeggen dat de Koran een universele tekst is, toepasbaar voor elke plaats, elk volk, elke tijdsperiode, dan willen we natuurlijk weten wat de Koran ons vandaag te zeggen heeft. Smith wil het dan zeker ook vergelijken met het Oude en het Nieuwe Testament.

Smith stelt voor om dit thema het komende kwartier zo goed mogelijk te bespreken. Het is een netelige, maar belangrijke kwestie. Smith pakt er een Koran bij om te laten zien waar we over praten. Een Koran bestaat uit twee delen. Smith heeft een erg kleine Koran bij zich, die hij gebruikt op Speakers Corner. Het is een makkelijk zakformaat. Zijn Bijbel is groter lacht Smith en daar zorgt hij met opzet voor omdat hij zo aan moslims kan laten zien waar hij meer waarde aan hecht. De Koran in Smits hand is dus zakformaat, maar hij is compleet. Er staan 114 Soera's in. Smith heeft een Arabische-Engelse versie. Als moslims vertellen dat de Engelse versie niet de Koran is, leest hij de Arabische versie. Misschien interpreteert hij het niet goed in hun ogen, maar hij is in ieder geval Arabisch. Je leest van rechts naar links in een Arabische Koran. Precies anders dan wij gewend zijn.

De twee helften van de Koran

Als je zo’n Koran grofweg in tweeën deelt en openslaat, dan heb je aan de ene kant de eerste twintig Soera’s en dat zijn de Medinaanse Soera's. De tweede helft beslaat de Mekkaanse Soera's.

Smith vraagt aan Tavassoli of hij als voormalig moslim daar wat over zeggen kan.

Tavassoli vertelt dat het begin van de bediening van Mohammed, de eerste 13 jaar, in Mekka was. De openbaringen die Mohammed daar kreeg in Mekka waren korter en ze kwamen dus eerder. Toch werden ze aan het eind van de Koran gezet toen deze werd samengesteld. De laatste tien jaar van zijn leven ging Mohammed van Mekka naar Medina. De laatste tien jaar van zijn leven bracht hij door in Medina. De openbaringen daar vandaan zijn langer en behandelen meer wetmatige kwesties. Mohammed ontving ze aan het eind van zijn bediening, maar ze staan toch aan het begin van de Koran.

Smith vestigt de aandacht op de volgorde van Medina en Mekka. In die volgorde, ook al zou het andersom moeten zijn. Het begin komt na het einde in de Koran. Een omgekeerde chronologie zeg maar.

In het eerste deel van de Koran, de Mekkaanse Soera’s die achteraan staan, kom je weinig geweld tegen. Dat is te verklaren. Toen Mohammed namelijk nog in Mekka was, was hij een profeet in de rol van een maatschappelijk hervormer. Hij sprak over de noodzaak om te zorgen voor de wezen, de weduwen, over noodzaak te geloven in de dag van het oordeel, over het leiden van een rechtvaardig leven. Bij verzet nam hij geen wraak. Hij had daarvoor te weinig macht, omdat hij en de zijnen nog een vervolgde minderheid waren.

Jay Smith wil nu de moslims van vandaag definiëren. Hij vraagt ook steeds moslims zelf naar een definitie. Dit gebeurde ook in 2001 na de aanslagen in New York. De mensen hier in Engeland wilden weten of de moslims in Engeland radicaal, gematigd of liberaal waren. Die indeling kun je ook voor het christendom maken. Een radicale moslim leest de Koran, past het toe op zichzelf en beschouwt het als zijn autoriteit. Een gematigde moslim heeft de Koran niet echt gelezen. Ze kennen een paar verzen en zijn hier alleen om economische redenen.

Tavassoli vertelt vanuit zijn eigen ervaring dat het een erg culturele aangelegenheid is. Je groeit op in een moslimgezin. Je bent een moslim terwijl je de Koran misschien nooit gelezen hebt.

De derde categorie zijn de liberale moslims, die de Koran verwerpen. Van deze drie groepen moslims kennen alleen de radicale moslims de Koran. Er zijn heel veel radicale moslims hier in Engeland. Volgens de laatste statistieken zo'n 40 % van de moslims in dit land. In 2001 ging het nog maar om 15 %. Dat was in 2006 al gestegen tot 40 %.

Mekka en Medina als twee fasen

Radicale moslims zeggen dat deze twee delen van de Koran, de Mekkaanse en de Medinaanse delen, ook twee periodes weerspiegelen van wat er in de wereld gebeurt. Ook vandaag. Engeland is nu in de Mekka-fase, volgens hen. Dat betekent dat ze in de minderheid zijn en als minderheid moeten ze gehoorzamen aan wat er in dat Mekkaanse deel van de Koran staat. De Mekkaanse Soera’s zeggen dat ze dingen moeten verdragen. Ze onderscheiden drie periodes in het leven van Mohammed. Als minderheid gebruiken ze wat Mohammed gebruikte toen hij in Mekka was. Hij gebruikte niet het zwaard, maar zijn mond, zijn openbaringen en onderwijs. Dat moeten zij vandaag ook doen. Ze noemen het de pen-fase.

Tavassoli vat het zo samen dat zolang je als moslim de macht niet hebt om je vijanden te bestrijden moet je dus rustig en tolerant zijn.

Smith bevestigd dat. Als moslim moet je dan rustig en verdraagzaam zijn, maar tegelijk moet je proberen om een islamitische omgeving te forceren en te creëren. Dat gebeurt nu in Engeland. We zitten nog steeds in de Mekkaanse periode.

Maar toen vertrok Mohammed in 622 n.Chr. naar Medina. De eerste 2 jaar, de vroeg-Medinaanse periode, had hij nog geen macht. Hij probeerde een relatie aan te knopen met de Joden. Hij richtte zich gedurende die 2 jaar in het gebed naar Jeruzalem, in plaats van naar Mekka. Hij probeerde zo goodwill te kweken. Daaruit ontstond ook Soera 2:256:

'Er is geen dwang in de godsdienst.'

Dit is een van de grote vredesverzen uit de Koran. Een van de populairste verzen uit de Koran, zo is ook de ervaring van Sasan Tavassoli, om te bewijzen dat de islam vreedzaam en tolerant is.

Abrogatie, wet van opheffing in de Koran

Dit vers werd in die periode geopenbaard volgens de Tafsir (uitleg), toen Mohammed een relatie met de Joden aanknoopte. Daarom werd dat vers geopenbaard, of je mag ook zeggen dat het daarom in die periode door hem geschreven werd omdat het hem goed uitkwam. Maar dit geeft allemaal wel een probleem natuurlijk. Want wat is het meest gezaghebbende deel van de Koran? Het latere deel van de Koran, het Medinaanse deel (dat nu vooraan in de Koran staat). En waarom is dat gedeelte gezaghebbender? In de islam geldt het opheffingsprincipe, of het abrogatie principe voor de Koran. Dat betekent dat de latere verzen de vroegere verzen opheffen. In Soera 2, Aya 106 en Soera 16, Aya 101 vind je deze wet van opheffing:

‘Welk teken Wij opheffen (mansoekh), daarvoor brengen Wij betere (naasikh).’

Dus de Mekkaanse Soera's zijn zwak (mansoekh) en de Medinaanse Soera's zijn krachtig (naasikh). Allah heft een vers in de Koran op met een ander, later geopenbaard en dus meer gezaghebbend vers. Het latere vers is altijd gezaghebbender en dat is ook te begrijpen.

In de Koran staan ruim 220 tegenstrijdigheden. De meeste daarvan tussen deze twee delen van de Koran. De wet van opheffing was begrijpelijkerwijs nodig om dat probleem op te lossen. Moslims doen dat overigens ook met de Bijbel. De Koran heft zo de Bijbel op, want de Koran kwam later. Als twee geschriften met elkaar in strijd zijn, dan is het eerste mansoekh en het tweede naasikh, meer gezaghebbend.

Als er eerst staat dat Jezus stierf aan het kruis (Bijbel) en later wordt dat ontkend (Koran), dan geldt: Jezus stierf niet aan het kruis. Een ander nam Zijn plaats in, zoals in Soera 4:157 te lezen is.

Vredeteksten in Koran zijn mansoekh

Hetzelfde geldt voor de vroeg-Medinaanse Soera's. Vroeg-Medinaanse Soera 2, Aya 256 zegt: 'Er is geen dwang in de godsdienst.' De islam lijkt dan vreedzaam. Er zijn echter 101 Aya’s die later kwamen en precies het tegenovergestelde zeggen.

‘Heb je dat weleens gehoord?’ vraagt Jay Smith aan Tavassoli? Dat blijkt zo te zijn en dat komt natuurlijk ook omdat Dr. Sasan Tavassoli ook een geleerd persoon is. Maar de meeste moslims weten dat niet, 99 % van de moslims die Jay Smith spreekt, is zich niet bewust van het feit dat Soera 2, Aya 256 mansoekh is. Een zwak vers. Alle 101 latere delen uit de Medinaanse helft van de Koran, heffen Soera 2, Aya 256 op. Die 101 Aya’s of verzen staan in het Medinaanse deel van de Koran. Ze heffen Soera 2:256 op en daarom kunnen we die Soera niet vertrouwen. Dat is een probleem, nietwaar?

Voor de duidelijkheid meldt Tavassoli dat die 101 Aya’s de verzen zijn die gelovigen bevelen om de vijanden van Allah met het zwaard te bestrijden. Daar komt Smith straks nog op terug. Moslims wijzen hem steevast op een ander vreedzaam vers, namelijk Soera 2:190, dat wel Medinaans en dus nasikh is. Ze noemen dat vers altijd als een bewijs dat de islam vreedzaam is. Smith zal het nu voor ons voorlezen, anders vragen we ons misschien af of het er wel echt zo staat. Soera 2:190:

'En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen die tegen u strijden.'

Met andere woorden: Verdedig jezelf.

'Maar overschrijdt de grens niet.'

Dat klinkt goed, maar moslims lezen Smith altijd het halve vers voor. Lees liever het hele vers.

'Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief.'

En dan vers 191:

'En doodt hen, waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit vanwaar zij u hebben uitgedreven.'

Lees dus het volgende vers. Dat vertelt je hoezeer je niet mag overtreden. Je mag niet overtreden, maar wel als je ze gedood hebt. Het gaat dus helemaal niet om een vreedzaam vers.

Het belang van de context

Smith zegt tegen Tavassoli: ‘Jij bent een geleerde, maar je bent ook voorganger nietwaar? Jij opent de Bijbel voortdurend. Je predikt elke zondagochtend. Preek je weleens over één vers?’

Dat ontkent Sasan Tavassoli, omdat alles moet begrepen worden in zijn context. Alle verzen lezen dus.

‘Waarom wil je de hele context?’vraagt Smith.

‘Omdat als je een vers isoleert, je de betekenis makkelijk kunt verdraaien.’ Antwoordt Tavassoli.

Het is daarom belangrijk om het hele gedeelte te begrijpen waar het vers in voorkomt. Dat noemen we exegese. Elke student op de Bijbelschool leert dat. Pas als je de bedoeling van de auteur begrijpt kun je een vers uitlichten en nader verklaren en toepassen op onze tijd. Wij doen dat zo en het moet ook zo gebeuren met de Koran. Je kunt een vers niet uit zijn verband lezen. In deze context wordt pas duidelijk dat je je vijanden mag doden.

Vervolgens wijzen moslims Smith dan op Soera 5:32. Nog een vers dat ze graag gebruiken. Soera 5:31 gaat over het verhaal van Kaïn en Abel. Vers 31 zegt dat Kaïn zijn broer doodde. Hij weet vervolgens niet wat hij met het dode lichaam aan moet en als hij rondkijkt ziet hij een raaf in de grond krabben. Dan komt hij op het idee om hetzelfde te doen. Hij begraaft zijn broer zoals hij het de raaf zag doen. In het volgende 32e vers verandert de ondertoon.

'Deswegen schreven Wij de kinderen Israëls voor dat wie ook een mens doodt, behalve wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde, het ware alsof hij het gehele mensdom had gedood, en voor wie iemand het leven schenkt alsof hij aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken.'

Een bekend vers. Misschien het meest gebruikte vers. Waarom gebruiken ze het zo graag? Omdat het Medinaans is.

De rol van interpretatie

Maar wacht even, stop en denk. Smith vraagt dan aan zijn radicale en liberale moslimvrienden om dit 32e vers te exegetiseren. Ze lezen het vers dan en slaan vreemd genoeg 'de kinderen Israëls' altijd over. Toch slaat het duidelijk op de kinderen van Israël. De liberale moslimvrienden van Jay Smith zeggen het zo:

'We mogen geen mensen doden, want met één mens dood je alle mensen. Je moet mensen redden. Als je er één redt, red je alle mensen.'

Maar Smith’s radicale vrienden antwoorden daarentegen:

'Lees het opnieuw en vervang de woorden mens en mensdom door moslim of moslims. Want op wie slaat dit vers?' Op de Joden zou je denken, omdat dit er staat, al lezen moslims het niet. Maar nee, vergeet de Joden. ‘Maar het staat hier?’ zul je misschien zeggen? Nee, radicale moslims redeneren zo dat Mohammed deze openbaring ontving en dat Mohammed altijd aan moslims refereerde en dus slaat deze tekst op moslims. Lees het dus opnieuw met het woord moslims.

'Wie ook een moslim doodt...' en dan komt meteen de vraag 'Welke moslim? In Tsjetsjenië of Bosnië of Irak of Afghanistan. Als iemand één moslim doodt, waar dan ook... ...het ware alsof hij alle moslims had gedood.'

Omgekeerd ook, als iemand het leven redt van een moslim, waar ter wereld ook, dat ware het alsof hij het leven van alle moslims heeft gered. Zo leggen de radicale vrienden van Smith het uit. Als voorganger, als Bijbelgeleerde, vraagt Smith aan Tavassoli: ‘Mag je dat doen met een geschrift?’ Nee, absoluut niet.

Elke interpretatie heeft gelijk door gebrek aan context in de Koran

Maar wie hebben er dan gelijk, de liberale of de radicale moslims? Iedereen natuurlijk. Als je het interpreteert zoals het jou uitkomt, heb je altijd gelijk. Als je zelfs de exegese en elk principe van interpretatie weglaat, of als je zelfs een zinsnede als 'kinderen Israëls' lukraak weglaat, dan kun je alles uitleggen zoals je zelf wilt. Dat is precies ook het probleem met de Koran: Hij geeft je geen enkele context. Dit vers geeft je wel een zekere context, maar we zeiden het al: de Koran bestaat uit een mengelmoes van verhalen, zonder begin, zonder einde en zonder overgangsconstructies tussen de verhalen. Je kunt het dus gebruiken zoals jij dat wilt. En dat is precies wat de moslims doen. Ze nemen een vers hier, een vers daar en trekken elke conclusie zoals het hen uitkomt zodat er niet valt te discussiëren.

Daarom zijn de liberalen en radicalen het ook nooit met elkaar eens. Zelfs niet als ze het over hetzelfde vers hebben! Beiden hebben dan gelijk natuurlijk. Want zodra je de context buiten beschouwing laat en elk vertrouwen in de tekst, dan kun je elk vers isoleren en het gebruiken om je eigen ideeën te promoten.

Soera 9, de laatste openbaring in de Koran

Dat doen ze ook met onze Bijbel. Dit is het dilemma van de islam vandaag. Maar als ze dat doen, worden ze veroordeeld door hun eigen verzen. De radicale moslimvrienden van Jay Smith zeggen: Het gaat om de Medinaanse Soera's, om de laatste Soera's. Het gaat vooral om het laatste hoofdstuk dat aan de profeet werd geopenbaard in 632 n.Chr. En dat is Soera 9. Maar Soera 9 is moeilijk te verteren. Het staat vol geweld. Jay Smith zegt dan ook tegen ons dat we zelf een Koran moeten pakken en het voor onszelf lezen. Of we nu moslim bent, atheïst, agnost of christen zijn, lees de Koran eens. En het meest gezaghebbende hoofdstuk uit de Koran is Soera 9. De profeet kreeg het geopenbaard in 632 n.Chr. Het jaar waarin hij stierf.

Sasan Tavassoli wijst erop dat volgens de moslim tradities de verzen over geweld tegen de Joden en de christenen de laatste verzen zijn en daarom het meest gezaghebbend. Deze verzen beëindigen de chronologie van de openbaring.

Jay Smith leest nu Soera 9:5 voor:

'Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de moeshrikien waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.'

Dat is behoorlijk gewelddadig, nietwaar? Het staat dan ook bekend als het vers van het zwaard. Voor moslims is het erg moeilijk om te verklaren, want het zegt duidelijk dat je na de heilige maanden de moeshrikien moet doden. Moeshrikien zijn de mensen die iets of iemand tot god verhogen.

Wie zijn de moeshrikien?

Moslims zeggen dat wij als christenen mensen van het Boek zijn, Ahl al-Kitab en geen moeshrikien. Toch word Smith vaak een moeshriek genoemd. Wij allemaal als christenen. Waarom? Volgens de islam hebben we Jezus verhoogd van profeet, een mens, tot God. We aanbidden dan een schepsel. We worden beschouwd als mensen die een ander mens aan God gelijkstellen. We hebben dan ‘sjirk’ begaan zoals ze dat noemen.

Moeshrikien - meervoud - betekent: Mensen die iets of iemand verhogen tot God. Maar wij verhogen niemand tot God. We zijn het zelfs met moslims eens. Niemand mag dat doen. Maar let op, God kan wel een mens worden, van de hemel neerdalen naar de aarde. Zo benaderen wij deze kwestie. Smith komt daar later nog op terug.

Ze zeggen dus dat dit vers niet op christenen slaat. Gelukkig maar. Anders zouden ze ons als moeshrikien doden, grijpen, belegeren, beloeren (zodra ze in de Medinafase komen). In hetzelfde debat waarin Jay Smith informeerde naar Soera 4:34 vroeg hij ook om uitleg van Soera 9:5. Dr. Winter zei toen opnieuw dat je dat vers in de context van de 7e eeuw moest plaatsen. Die context geldt vandaag niet. Ik vroeg of Tamimi het daarmee eens was. Absoluut niet natuurlijk!

Maar Tamimi verzekerde Jay Smith dat het vers niet op hem sloeg. Smith was in de ogen van Tamimi geen moeshriek. Gelukkig.

Maar wie zijn dan wel de moeshrikien? ‘De afgodendienaren, de heidenen’, was het antwoord van Tamimi. ‘En wie zijn dat vandaag?’vroeg Smith als laatste. De hindoes?’ Tamimi beaamde dat onomwonden. Ja, de hindoes waren afgodendienaars. Er zaten op dat moment veel hindoes in de zaal en de schok was bijna tastbaar. Mensen begonnen boos te worden. Jay Smith greep toen in en zei: ‘Geef mijn vriend Tamimi niet de schuld. De Koran is de schuldige. Ik verwijt de moslims niets. Het zijn gepassioneerde mensen. Ik houd van de moslims. Maar dit boek is het probleem. Dit motiveert ze om te doen wat ze doen.’

Geweld en discriminatie in de Koran, hoezo universeel?

De vraag die we stelden luidde: Is de Koran een universeel document?

Smith vraagt of je zoiets nog vol kunt houden met een vers als Soera 9:5 dat zulke dingen zegt over de moeshrikien?

Smith pakt er nog Soera 9:29. Een tekst die op ons als christenen slaat. Smith zal het voorlezen en dan moet Tavassoli zeggen hoe hij het uitlegt. Soera 9:29:

'Bestrijdt hen die niet in Allah geloven.'

Smith kijkt Tavassoli aan en vraagt: ‘Geloof jij in Allah?’. Nee natuurlijk niet als christen. Dan is dit een pijnlijke tekst waar Smith later op terug wil komen. De Soera gaat verder:

'Bestrijdt hen die niet in de Laatste Dag geloven.'

Alweer: geloven wij de islam-versie van die Dag?

'Bestrijdt hen die niet verbieden wat Allah en Zijn boodschapper verbieden. Die niet de ware godsdienst (islam) belijden onder de mensen van het Boek.’

Dat slaat op Joden en christenen. Er staat dus: Bestrijd de Joden en de christenen die niet in Allah en de islam-versie van de Laatste Dag geloven. Zien we dat dit vers toch ook op christenen slaat?

'Bestrijdt hen… totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.'

Dat vers bevalt Tavassoli helemaal niet. De verzen over geweld slaan in de meeste gevallen op de heidenen. En christenen worden beschouwd als de mensen van het Boek. Maar dit vers zegt wel: Ook onder de mensen van het Boek! Joden en christenen zijn dus niet uitgezonderd van het criterium dat ze de islam en de leer van de profeet moeten erkennen, zich nederig moeten onderwerpen en religieuze belasting moeten betalen. Die belasting is 15 %, terwijl de moslims 2,5 % betalen. Een behoorlijk schrikaanjagend vers is dit dus. Wij zouden zeker geen universeel gebruik van dit vers willen zien.

Onthoofden in de Koran

Jay Smith sluit deze aflevering af met een laatste vers. Er zijn 149 verzen die hij zou kunnen citeren. Soera 8:39, 4:74. Enzovoort. Er zijn 149 stuks. Maar Smith sluit af met Soera 47:46. Deze tekst vat het probleem van geweld waar we in de Koran mee worstelen goed samen. Smith zal voorlezen wat de Koran zegt.

Vers 4 zegt: 'Wanneer gij de ongelovigen in oorlog ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij.’

Tref hun nek! Als je de ongelovigen ontmoet, tref dan hun nek. Dat is duidelijke taal. Er zijn zoveel verzen. Onthoofd ze, hak dieven de voeten en handen af. Sla de vrouwen enz. Smith zal het slot van vers 4 en de verzen 5 en 6 lezen:

‘En degenen die ter wille van Allah worden gedood, de strijders in de jihad die omwille van Allah om het leven komen, hun werken zal Hij zeker niet vruchteloos maken. Hij zal hen leiden en hun toestand verbeteren. En hen in het paradijs toelaten.’

Hier heeft Smith echt moeite mee als hij dit leest. Dood de vijanden, onthoofd ze! De radicale moslimvrienden van Jay Smith zeggen dat toen al-Zakawi onlangs in Irak mensen onthoofdde, hij dat niet deed omdat hij daar om de een of andere reden van genoot. Hij deed het omdat hij Soera 47:4 volgde. Daar staat heel specifiek om de nek te treffen, de ongelovigen te onthoofden. Hij gehoorzaamde dus de Koran. Hij wist dat hij uiteindelijk gedood zou worden. Maar ook al werd hij gedood, zijn beloning zou groot zijn in het paradijs.

Zekerheid voor martelaren in de Koran

Onthoud dat in de islam is redding niet zeker. Er is geen zekerheid, behalve op basis van dit vers. Er zijn nog twee andere verzen die zeggen dat als je omkomt in de jihad je in het paradijs zult komen. Het gaat dan niet meer om de goede daden die de engelen op de rechterschouder versus de slechte daden die ze op de linkerschouder schrijven om te beoordelen of je naar de hemel mag. Je krijgt de hemel sowieso als je sterft in de jihad. Nu snap je waarom zoveel jonge mannen en vrouwen vrijwillig deelnemen in de jihad, ook al komen ze daarbij om het leven. Als ze dat doen voor Allah, gaan ze rechtstreeks naar de hemel. Begrijpelijk dus dat zoveel jongeren vrijwillig meedoen!

Smith heeft geen problemen met moslims, maar wel degelijk met de Koran!

Smith stelt daarop een heel simpele vraag: Is dit relevant voor vandaag? Tavassoli zegt dat veel moslims het natuurlijk wel relevant vinden, maar het is geen universele wet. Moslims kun je in de ogen van Smith ook moeilijk de schuld geven, want ze volgen blindelings de Koran op. Velen zijn gemotiveerd omdat de Koran dat belooft. Nogmaals, Smith heeft geen probleem met moslims. Maar wel met dit boek.

Schijn versus werkelijke zekerheid

Als moslims zeggen dat dit boek universeel is, dan moet ik ze verontrustende vragen stellen. Ik moet de Koran openen en vragen:

‘Hoe kun je zeggen dat dit relevant is als er staat dat je vrouwen moet slaan, als er staat dat de man tweemaal zoveel erft, dat vrouwen geploegd moeten worden, en je ze altijd mag gebruiken, als er staat dat je de ongelovigen moet bestrijden, doden, belegeren, dat je ze moet onthoofden, dat je hun handen en voeten moet afhakken als ze stelen. En als je dat doet en je komt daarbij om het leven, dan ga je naar de hemel? Hoe kun je dat relevant noemen? Dit is geen universeel boek, wat moslims ook beweren. Daarom is het belangrijk dat we kritisch zijn als we de Koran openen net als bij de Bijbel. We moeten dat ook met de Koran doen.

Moslims zullen mij ervan moeten overtuigen dat dit boek relevant is. Dat is het niet.

Vrede

Wij hebben dat probleem niet met het Nieuwe Testament, met het evangelie van Jezus Christus. Vergelijk de Koran eens met het Evangelie. Jezus zei: ‘Hebt uw vijanden lief’. Hij zei in feite dat je moest sterven voor je vervolgers. Hij zegt dat mannen hun vrouwen moeten liefhebben zoals Christus de kerk liefheeft, bereid voor haar te sterven. Hij deed dat letterlijk. Hij was bereid om naar het kruis te gaan. Niet mijn wil, maar de uwe geschiede!

Aan het kruis, terwijl Hij vervolgd werd, vernederd, vermoord, zei Hij: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Dat is het voorbeeld van Jezus Christus, van mijn Evangelie. Wat een contrast.

Ieder mens wil vrede, nietwaar? Tony Blair, George Bush, jij, ik. Ieder mens wil vrede. Als u vrede wilt, ga dan niet naar dit boek. De Koran is geen vreedzaam boek. Voor vrede is er maar één Boek, het Evangelie van Jezus Christus, vormgegeven door Jezus Zelf. Er is geen ander boek dat zo relevant is.

Wilt u vrede, kom thuis. Wij hebben het. Hier is het. Het voorbeeld van Jezus, Zijn woorden aan het kruis zijn relevant voor vandaag.

Onze tijd zit er helaas op, meldt Sasan Tavassoli. Maar hij belooft dat we onze discussie verder zullen zetten in de volgende aflevering.
Tot ziens.


Info: Woonbijbel