2023-05-09: Zijn Auschwitz nummer bertekende Chai Leven en redde zijn leven

2023-05-09: Zijn Auschwitz nummer bertekende Chai Leven en redde zijn leven

Zijn Auschwitz nummer bertekende Chai Leven en redde zijn leven
Chai, Izak Goldfinger, wir haben es nicht gewusst. Spr. 24:10-12

Het is 5 mei. We zien de film CHAI die Family7 uitzendt op bevrijdingsdag over het leven van Izak Goldfinger. Izak Goldfinger, de Holocaust overlevende die we terugkomend van onze pro life conferentie in Israël ontmoetten op het vliegveld van Tel Aviv. Na zijn verhaal beseften we waarom we pro life waren. We zien de film weer. Wij staan schuldig. Wij hebben gezondigd. Daniël 9. Wij gaan gebukt onder de schuld en het oordeel dat ons treft. Waarom waren wij niet in het verzet. Waarom zijn we nog niet in het verzet.

Ik zie de lijken op een grote hoop. Izaak moest ze zien weg te krijgen op een kar. De ovens in. Ze waren niet aan te slepen. Dag in dag uit. Treinen komen en treinen gaan. Er komt geen einde aan.

Ik kan het niet meer zien. Zie je ook de hopen, hopen, ongeboren baby’s opgestapeld liggen in de baby slachthuizen van  dit land en de wereld met een wettelijk label om hun hals als een ster. Hoe ben ik afgestompt dat het me nauwelijks nog iets doet. Laat de abortus treinen maar harder rijden.

Ik buig mij diep in het stof. Ik durf mij niet meer op te richten. Uw tranen stromen neer zonder einde. O Vader,  U lijdt het meeste onder de moord op hen die U zelf geformeerd hebt. Hoe durven we zo wreed bruut meedogenloos zonder mededogen onbarmhartig harteloos, gewetenloos, tekeer te gaan om dit onschuldig bloed eindeloos te vergieten alsof er geen vuiltje aan de lucht is. We verbranden het in de grote vuilstortovens alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Net als toen.

Hou nou maar eens op te schrijven. Je bent een echte letterknechterij breier. Woord na woord zonder einde totdat er niets meer overblijft dan een eindeloos herhalen van hetzelfde om zogenaamd je geweten te ontlasten maar in feite gewetenloos de boel de boel latend door aan de niet te stuiten woordenvloed een nieuw herhalend boek toe te voegen waar niemand op zit te wachten of misschien om ieders geweten ach en wee roepend weer te sussen.

Maar ik kan niet zwijgen. Ik mag niet stoppen. Ik blijf in het verzet. 

Wir haben es nicht gewusst? 

Lees Spreuken 24:10-12 

 

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

"Je zult leven, onthoud dat" 

Isaac Goldfinger overleefde elf Duitse kampen en werd gered uit een massagraf

Ernstig ziek en met een steekwond in de rug werd Isaac Goldfinger in een massagraf gelegd. Er werden lichamen op hem geworpen, maar een vriend zorgde ervoor dat Isaac steeds weer bovenop kwam te liggen. Dat werd zijn redding. Een paar maanden later ontwaakte Goldfinger in een ziekenhuis. De oorlog was ten einde. Hij had elf Duitse kampen overleefd.

Goldfingers enige 'misdaad' was dat hij Jood was. Veertien jaar was hij toen Hitler Polen, Goldfingers vaderland, overmeesterde. "Dat maakte een einde aan ons rustige bestaan", zegt Goldfinger, die deze week in Nederland was. De grond van zijn vader werd in 1939 onteigend en Isaac werd gedwongen voor een Duits bedrijf stenen te hakken en te stapelen.

In april 1941 deporteerde de bezetter het Joodse gezin naar een getto in Nowy Sacz. Van het huis van de Goldfingers in het dorpje Tropie zijn nu slechts wat fundamenten over. "Alles is verwoest en gestolen. Als ik die plaats bezoek, lopen de rillingen me over de rug."

Isaac kwam in een werkkamp terecht, ontsnapte na zeven maanden en verstopte zich bij zijn ouders in het getto. "Toen drie agenten me oppakten, stond m'n moeder te huilen. Doodsbang riep ze dat ze mij niet moesten vermoorden. Het was de laatste keer dat ik m'n ouders zag." Zij overleefden de oorlog niet.

Weer kwam Isaac in een kamp terecht. Toen hij, noodgedwongen, wat kleren stal, werd hij ter dood veroordeeld. Te midden van criminelen zat hij gevangen, bewaakt door SS'ers.

Hond

Het doodsvonnis werd niet uitgevoerd. In april 1942 belandde Goldfinger opnieuw in een werkkamp. Beheerst vertelt hij over de gruwelen die hij meemaakte. "Een Duitser gaf een jongen bevel om voor hem te zingen. Dat kon hij niet; het was onmogelijk. De Duitser sloeg hem, liet de hond op hem los en schoot hem dood."

De Joden moesten worden uitgeroeid, was het uitgangspunt van het Duitse regime. Maar eerst moesten ze voor hun onderdrukkers werken, zo lang als ze maar konden. "Op een dag kreeg ik opdracht samen met anderen een waterleiding in de grond te zoeken. We vonden de pijp, op 2 meter diepte. "Klim uit die greppel, drekzak", zei een opzichter tegen me. Ik kreeg een klap. Toen ik bloedend op de grond viel, zei de opzichter tegen zijn hond: "Pak hem! Het is een Jood." De hond beet me in het gezicht en likte daarna m'n gezicht af. Maar ik was gewend met honden om te gaan. Toen ik "Af!" zei, liep de hond weg.

Maar ik was er nog niet vanaf. Iedereen moest toekijken toen ik 25 zweepslagen kreeg. Veel gevangenen overleefden dat niet. Ik moest de slagen hardop tellen, en bij een vergissing begonnen ze weer van voren af aan. Na de slagen moest ik de beul bedanken."

Tatoeage: leven

De gevangenen werden weer naar een ander kamp gevoerd. Naakt moesten ze de trein in, opgejaagd door bijtende honden. Na 48 uur zonder eten en drinken arriveerden ze in Auschwitz. Het was november 1943.

"Arbeit macht frei", staat er boven de ingang. Achter de poort stond de beruchte Mengele. "Leeftijd?" "Achttien", zei Goldfinger. "Beroep?" "Metselaar." Mengele wilde hem testen. "Hoe leg je een hoeksteen?" Goldfinger legde het hem uit. De hand van de beul wees: Isaac hoefde niet naar de gaskamers; hij moest de andere kant op, naar de barakken van de gevangenen die dwangarbeid verrichtten.

Ze wasten hun lichaam in bijtende chloor; alle beharing werd er met scheermesjes afgeschoren. Daarna kreeg Isaac nummer 161154 in zijn arm getatoeëerd. De man die dat karwei uitvoerde, kende Hebreeuws. Hij wist dat de som van deze cijfers 18 is, en dat staat voor "chai": leven. "Je zult leven, onthoud dat!" zei hij tegen Isaac.

Zo veel leed

De gevangenen zaten met duizend man in een barak. "Wie maar even iets verkeerd deed, werd geslagen, op zijn rug, op zijn hoofd, waar ze je maar raken konden. Eten kregen we nauwelijks. We waren wandelende skeletten. Iedereen klaagde de hele dag. En er werd voortdurend gebeden: "O God, wat gaat er gebeuren? Hoe moet het verder met ons?" Ik bad wel eens hardop en om me heen baden mensen zachtjes mee; ze huilden in stilte.

Soms hielp ik anderen door de wonden op hun hoofden te wassen. Zo veel leed, het is niet in woorden te vatten. Velen overleefden het niet. Ik zag hoe gevangenen de billen van lichamen afsneden en het vlees kookten, om toch maar te eten te hebben. Degenen die het overleefden, durfden er nooit meer over te praten.

Een van de jongens moest dienstdoen als seksslaaf voor de barakleider. Totdat hij de man verveelde; toen moest hij voor zijn leven vrezen.

Het werd mijn werk lichamen naar buiten te dragen. Er gingen er dertig, veertig op een kar. Die reden we naar de opslagplaats naast het crematorium. In het kamp hing voortdurend de lucht van verbrand vlees. Bij sommige lichamen kwamen de ratten uit de buik; die beesten waren niet bang voor ons.

Van enkele medegevangenen kreeg ik de opdracht olie achterover te drukken. Er was een verzetsbeweging die er molotovcocktails van wilde maken."

Een zak botten

Plotseling moest Goldfinger weer naar een ander kamp. "Onderweg opnieuw angst voor de gaskamer. Maar daar hoefde ik niet in. In het kamp opende ik per ongeluk een verkeerde deur. Er hingen vetgemeste mensen, in parten gesneden. Waar dat voor diende? Een opzichter riep dat ik moest maken dat ik wegkwam."

Toen de Russen naderden, ontruimden de Duitsers het kamp en dreven de gevangenen voor zich uit. Velen overleefden deze dodenmarsen niet. "We moesten iemand die niet verder mee kon, naast de weg leggen. Terwijl hij zong, schoot een SS'er hem dood."

In kamp Mauthausen wachtten nieuwe verschrikkingen. Bijna ongekleed liepen de gevangenen er in de sneeuw. In tunnels moesten vliegtuigfabrieken gebouwd worden, maar ze werden constant gebombardeerd.

In april 1945 kwam Goldfinger in kamp Gunskirchen terecht. "Ik leed aan tyfus en bloedde door de dysenterie; ik was een zak botten, meer niet. De sterksten sliepen in de barakken; de zwakkere gevangenen vonden geen plaats en moesten buiten blijven. Een SS'er zei dat ik besmettelijk was en naar het massagraf moest. Ik zei: "Waarom moet ik nu naar het graf? De oorlog is bijna voorbij." Maar ik kreeg een bajonetsteek in de rug en moest toch het graf in. Een vriend die bij dat karwei moest helpen, zorgde dat ik steeds bovenop kwam te liggen."

Niet bitter

Toen kwamen de Amerikanen. Toen ze met afgrijzen in het massagraf keken, vonden ze daar ook Isaac Goldfinger. Hij leefde nog. In een ziekenhuis in Salzburg lag hij enkele maanden in coma en werd hij meermalen geopereerd.

"Het is een stroom van herinneringen. Hoe hebben we dit allemaal kunnen doorstaan? God heeft me beschermd. Hij heeft me geleerd om te vergeven. Ik ben niet bitter. M'n vrouw is dat ook niet. Ik geniet van elke dag. God was er ook in Auschwitz. Hij heeft me er doorheen geholpen."

 

Baby's in de rivier

 

Isaac Goldfinger behoorde tot de groep Joden die na de oorlog per schip naar Palestina reisde, maar door de Britten aanvankelijk niet tot het land werd toegelaten. Later trouwde hij met Sara, een Hongaarse Jodin. Ze beschreef haar leven in boekvorm.

De Gestapo joeg Sara's ouders en hun zes kinderen in 1941 hun huis uit. Buiten stonden grote vrachtwagens klaar. Daar werden ze in geduwd. Onderweg namen de Duitsers de Joden hun baby's af en gooiden ze in een rivier. Moeders die tegenstribbelden, werden neergeschoten.

Sara's ouders en een broer overleefden de ontberingen in het concentratiekamp niet. Zelf behoorde ze tot de kinderen die werden vrijgekocht. Nadat ze bij een oude dame, die haar elke dag voorzichtig wat soep voerde, was aangesterkt, werd ze overgebracht naar een weeshuis in Israël. "Het was meer een gekkenhuis. Al die kinderen hadden zo veel meegemaakt. Het was een hysterisch geschreeuw."

In Israël trouwde ze met Isaac Goldfinger, een andere overlevende van de Holocaust. Na zestig jaar kwam ze voor het eerst weer in het Hongaarse dorp waar ze gelukkige jeugdjaren doorbracht, totdat de Duitsers die wreed verstoorden.

 

Armoede in Israël

Isaac Goldfinger (81) en zijn vrouw Sara waren de afgelopen weken enkele dagen in Nederland. Ze vroegen aandacht voor de Helping Hand Coalition, waarvan Goldfinger erevoorzitter is.

Toen in februari in Israël een documentaire werd gepresenteerd die vrienden over Goldfingers oorlogservaringen maakten, werd duidelijk dat tienduizenden overlevenden van de Holocaust onder de armoedegren

s leven. Ze hebben te weinig geld voor voedsel en medische zorg. De Helping Hand Coalition, waarbij ook Stichting Schreeuw om Leven in Hilversum is betrokken, zamelt nu geld in voor hun levensbehoeften.




Naar alle artikelen