17:16 |
…werd zijn geest in hem geprikkeld, toen hij zag, dat de stad zo vol afgodsbeelden was. |
17:17 |
…nenn op de markt dagelijks met hen, die hij er aantrof. |
17:18 |
Wat zou die betweter willen beweren? Maar anderen: Hij schijnt een verkondiger van vreemde goden te zijn; want hij bracht het evangelie van Jezus en van de opstanding. |
17:19 |
Zouden wij ook mogen vernemen, wat dit voor een nieuwe leer is, waarvan gij spreekt? |
17:21 |
…hadden voor niets anders tijd over dan om iets nieuws te zeggen of te horen. |
17:23 |
…heb ik ook een altaar gevonden met het opschrift: Aan een onbekende god. Wat gij dan, zonder het te kennen, vereert, dat verkondig ik u. |
17:24 |
De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt, |
17:25 |
en laat zich ook niet door mensenhanden dienen,… daar Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft. |
17:26 |
…en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald, opdat zij God zouden zoeken, |
17:27 |
of zij Hem al tastende vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons. |
17:28 |
Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij, gelijk ook enige van uw dichters hebben gezegd:… |
17:30 |
…dat zij allen overal tot bekering moeten komen;… |
17:31 |
…waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen… waarvan Hij… het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken. |
17:32 |
Toen zij nu van een opstanding van doden hoorden, spotten sommigen,… |
17:34 |
Doch enige mannen sloten zich bij hem aan, en kwamen tot geloof… |
Wat een afgoderij om je heen
Link: Gaia Moeder Aarde
De nieuwe dwaalleer, verering van Moeder Aarde Gaia, ofwel de klimaat crisis.
Daar word je ook door geprikkeld. Als je al die afgodsbeelden ziet. Er komt geen einde aan. Wat een afgoderij om ons heen. We kunnen niet kijken of we worden weer door zo’n afgod verleid. Het druipt er overal van af. Het lijkt vandaag wel. De samenleving denkt agressief te kunnen zijn tegen alles wat van Jezus is. De moderne afgoden zitten in alles wat van God is afgekeerd. En het lijkt erop of de samenleving steeds verder gaat. De demonen rukken op. Daar moeten we een stokje voor steken. Daar moeten we niet aan meedoen.
Paulus loopt door Athene en merkt dat de mensen voor niets anders tijd hebben dan te kijken wat er nu weer voor nieuws is en wat er over de goden, de afgoden, is te zeggen. Paulus gaat de straat op en predikt Jezus. Hij zoekt de mensen op. Dat is goed. We moeten de mensen opzoeken, daar waar ze zijn. We moeten er niet omheen gaan. Daar waar de mensen zijn, daar moeten we het evangelie brengen. Dat is de bedoeling. Daar gaat het om. Heerlijk toch om de mensen van Jezus te vertellen? En Paulus brengt ze het evangelie. Hij past zich niet aan. Hij gaat in op hun zucht naar het nieuws. Ze vinden dat hij maar een vreemde leer brengt. Paulus vertelt van God, Die alles gemaakt heeft. De mens is door God geschapen, opdat zij God zouden zoeken. Hij is ook niet ver weg. Alle mensen moeten tot bekering komen. Hij heeft de Messias gezonden en door Hem zal de wereld geoordeeld worden. En omdat Hij ons allemaal geschapen heeft kunnen we ook niet denken dat we goden, die door mensenhanden zijn gemaakt, kunnen dienen.
De Messias, Die heeft geleden, is ook weer opgestaan. Stop. Wat horen we nu? Een opstanding uit de doden, dat kan niet. Dat gaat ons te ver. Dan beginnen ze te spotten. Ze hebben vast, al zeer meewarig en hoofdschuddend, het verhaal aangehoord. Wat is dat allemaal voor een vreemd verhaal? Dat kan toch helemaal niet? Dat staat veel te ver af van alles wat ze tot nu toe gehoord hebben. Daar moeten ze verder niets van hebben. Ze vertrekken. Ze gaan weg. Ze laten Paulus verder maar praten. Maar toch zijn er enigen die zich bij hem aansluiten. Zo gaat het altijd. Het begint met enigen en daar groeit de gemeente uit. En wat hebben ze als materiaal? Het Woord, de gemeenschap, de gebeden en het breken van het brood. Want Jezus is niet ver weg. Hij is niet ver van een ieder van ons. Hij wil in ons hart wonen. En daar gaat het om. En dat is niet veranderd. We moeten en mogen het evangelie van Jezus Christus prediken. We mogen Hem belijden. En het is grote vreugde om dat te doen. Je wordt er zelf blij van. Je wordt er zelf door bevestigd. Je wordt er zelf helemaal enthousiast van.
Soms zie je het zelf ook niet allemaal scherp meer. Dan moet je de Bijbel weer gaan lezen. Je leest dan je eigen vragen en denken en problemen weg, want God spreekt tot je net als tegen die mensen in Athene. Die werden getrokken door het Woord. Het waren er maar enigen die zich aansloten. Het is ook moeilijk, want de boze probeert je steeds weer in de war te brengen. Hij zal alles in het werk stellen om je in de put te houden, om je van God af te trekken, om je niet aan het bijbellezen te krijgen, om je maar steeds weer aan je zelf te laten twijfelen enz., enz., enz. Niet doen! Paulus ging de straat van Athene op. Hij zocht de mensen op. Dat hield hem op de been. Het Woord van God houdt ons op de been. Dus we moeten het ook lezen en leven en bidden en danken.