Gods oordeel direct of op termijn. Bestudeer de proefeten nu.
HEERE, wat een straf. U bent een heilig en rechtvaardig God. Het is ook verschrikkelijk om op te staan tegen de knecht des HEEREN. God had Mozes aangewezen als de leider. En nu daar tegen te keer gaan. Dat gaat niet. Je kunt het niet eens zijn met de leiding. Maar het blijft de leiding. Je kunt wel je eigen gedachten hebben. Maar wee je gebeente als je er tegen opstaat. En dat gebeurde dan ook. Korach, Datan en Abiram. Wat een verhaal. Mozes daagt ze uit om de volgende dag bijeen te komen. Met hun vuurpannen. En dat gebeurt ook. De heerlijkheid des HEEREN daalt neer. En God spreekt met Mozes. God wil het hele volk wegvagen. Wat denken ze wel. Nu gaan ze weer tegen Mozes, cq tegen God tekeer. Nu moet het maar afgelopen zijn. Maar Mozes pleit voor het volk. Moet nu het hele volk lijden onder de zonde van enkelen. En God verhoort. Iedereen moet uit de buurt blijven van deze drie families. En dan daalt vuur neer en verdwijnen ze in de afgrond. En even later; weg met de 250 mensen. Het volk staat verbaasd, verbijsterd te kijken. Wat een straf. Maar de volgende dag komen ze bij Mozes en Aaron en willen weer tegen hen tekeer gaan. Een deel van hun eigen volk is omgekomen. Dat nemen ze niet. Ze zien de ernst nog niet in van het oordeel van God. Maar opnieuw pleit Mozes voor het volk. En dan breekt er een plaag uit en dan sterven er veertienduizend zevenhonderd voordat de plaag stopt. God is een almachtig God. Hij wil genade schenken, maar dan wel op bekering en schuld belijden. We moeten de wraak van God niet over ons afroepen. Dan gebeurt er wat we hier lezen. Hier gebeurt het zo, maar Gods toorn kan zich op allerlei wijzen manifesteren. Eén ding is zeker. God laat niet met zich spotten. De wereld kan denken het loopt zo’n vaart niet. We kunnen rustig onze gang gaan, maar dan komt het oordeel en dan nog kunnen de mensen zich niet bekeren. Zoals in het laatste Bijbelboek Openbaring keer op keer gebeurt. De plagen komen. Maar zij bekeerden zich niet. Maar dan uiteindelijk is de maat van Gods gramschap vol. En dan komt het eindoordeel. En dan richt God de nieuwe hemel en de nieuwe aarde op waar gerechtigheid woont. God heeft de wereld zo lief dat Hij zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. God wil de wereld niet veroordelen Maar geloof in God. Keer je om naar Hem toe. Dan zal Hij je verlossen. Maar zo niet, dan moet je het ook zelf maar weten. Dan haal je zelf het oordeel over je. Wat een duidelijk evangelie. Wat een duidelijke weg ter verlossing. Dat schrijft Johannes in zijn evangelie en ook in zijn kleine briefjes. Wie de Zoon heeft, heeft eeuwig leven. Wie de Zoon niet heeft, heeft het leven niet. Eenvoudiger kan het niet. Krachtiger kan het ook niet. Daarom bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. De tijd is vervuld. Gelooft het evangelie. Prijs de HEERE. Dat mogen we uitbazuinen. Zolang het nog dag is. En het is nog dag, maar de avond nadert. De duisternis neemt toe. De signalen van de eindtijd zien we al. Let op de tekenen der tijden. Blijf dicht bij Jezus. Hoor zijn roepstem. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie naar Hem hoort heeft het eeuwige leven. Prijst de HEERE.
Amen
Numeri 16:1-50 1 Johannes 5:13-21