2023-01-02: En God zag dat het zeer goed was 1 januari 2023

2023-01-02: En God zag dat het zeer goed was 1 januari 2023

En God zag dat het zeer goed was 1 januari 2023

Genesis 1:1-3:24 toelichting LP. Dorenbos

2 januari 2023

1:1

In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

1:2

en de Geest Gods zweefde over de wateren.

1:3

En God zeide: Er zij licht; en er was licht.

1:6

En God zeide:…

1:10

En God zag, dat het goed was.

1:26

En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld,…

1:28

en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk;…

1:31

en zie, het was zeer goed.

2:1

Alzo werden voltooid de hemel en de aarde en al hun heer.

2:3

En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.

2:9

en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad.

2:17

want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.

2:23

Toen zeide de mens: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; deze zal “mannin” heten,…

2:24

en zij zullen tot één vlees zijn.

3:1

God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?

3:5

uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad.

3:7

en zij bemerkten, dat zijn naakt waren;…

3:9

Waar zijt gij?

3:12

De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt,…

3:13

De slang heeft mij verleid…

3:15

En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.

3:17

is de aardbodem om uwentwil vervloekt;…

3:19

totdat gij tot de aardbodem wederkeert,… want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.

3:24

om de weg tot de boom des levens te bewaken.

God was er. Hij was van eeuwigheid tot eeuwigheid. Wat is oneindig? Wat is eeuwig? We kunnen dat met ons verstand niet bevatten. Wat is ons verstand en wat kunnen we vatten? We zijn er. Dat weten we. Of tenminste, dat denken we dat we dat weten. God sprak en het was er. Hij was er van den beginne. Dat zegt Hij Zelf. Dat heeft Hij ons geopenbaard. Maar wie is God? God openbaart Zich aan ons. Wij hebben dus niet uit te maken wie God is. Hij openbaart Zich aan ons en daar hebben wij ons aan te onderwerpen. Hij was eer dan wij. Dus wij weten niet anders wie God is dan wat aan ons is geopen­baard. Hij heeft ons gemaakt. Dus wij kunnen alleen maar zeggen tegen de Pottenbakker dat Hij ons gemaakt heeft. Of beter, we doen er het zwijgen toe, want we zitten maar te stamelen over iets waar we nauwelijks verstand van hebben. Of eigenlijk helemaal geen verstand van hebben. Hij heeft ons ge­maakt.

Hij sprak en het was er. Hij was er. Zijn Geest zweefde over de wateren. Hij heerste dus over alles wat er al was. Hij maakte scheiding. Hij zei: “Er zij licht” en er was licht. Het licht is het prisma dat de kleuren geeft. De kleuren zijn onvoorstelbaar. Als de zon door een fontein schijnt, ontdekken we dat we wel licht zien, maar dat het licht een onvoorstelbaar kleurengamma is van wonderen. Het is niet voor te stellen. Daar zit toch een grote scheppingskracht achter. We kunnen wel van alles in de biologie ontrafelen, maar, in verhou­ding, stelt het nog maar weinig voor. En in de fysica kunnen we nauwelijks bedenken hoe licht in elkaar zit. Het is een fantastisch scheppingsgeheim. In Johannes 1 spreekt de evangelist daar ook over. “In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen.”

Er kunnen alleen maar grote dingen gebeuren als God spreekt. Hij was het licht. Messias Jezus zegt: “Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt zal nim­mer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.” En de psalmdichter zegt: “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” Er is dus duisternis, maar het Woord schijnt op een duistere plaats en verdrijft de duisternis. Uw Woord is als een morgenster, het licht dat opgaat in onze harten. Het Woord blijft bestaan tot in eeuwigheid: De bloem valt af. Het gras verdort, maar Gods Woord houdt stand in eeuwigheid. God is eeuwig. God spreekt en het is er. Gods Woord houdt stand in eeuwigheid. Het gaat er dus om, om Gods Woord te weten, te horen en er naar te leven.

Dan zegt God: “Laat Ons mensen maken naar ons beeld. Weest vruchtbaar en wordt talrijk.” Psalm 8 herhaalt het: God heeft ons bijna goddelijk gemaakt. Met majesteit en eer gekroond. Daar kun je tot de eeuwigheid voor danken. Daar raak je niet voor uitgedankt. Naar zijn beeld geschapen. Ik ben naar Gods beeld gemaakt. Ik? Ik kan er niet genoeg woorden over uitbrengen. Want alles wat ik dus ben, is naar Gods beeld. Maar God is zoveel hoger dan ik ben. Wie ben ik, dat ik daar iets over kan stamelen? O, HERE, God, ik kan U loven en prijzen. In mijn hart komt een lied op. Het is een werkelijkheid, waar je met al je lek en gebrek niet genoeg van kunt krijgen. Daar ben je toch eeuwig dankbaar voor. Dat is toch sterker dan welke tegenslag je ook in je leven kunt krijgen.

Het leven in de Hof van Eden is de bedoeling van God geweest. Dit is nog zijn bedoeling. Want Hij is een God van het Woord, van het licht van het leven. Dat is de werkelijkheid. De werkelijkheid is de schepping blijft de schepping. O Here God, dank U wel voor al uw liefde en uw kracht. Voor uw schepping. U maakte van een duisternis het licht. Dank U wel. Ik kan er met mijn ver­stand niet bij. Maar U zegt en het is zo. Ik kan wel proberen om iets te verkla­ren. Ik kan wel denken, dat ik het kleinste blaadje aan de boom kan maken. Ik kan wel denken dat ik de schreeuw van een baby kan maken. Maar ik moet belijden, dat ik nog niet eens in staat ben om het te snappen. Ik druk mijn mond in het stof, zoals Job en belijd mijn schuld, omdat ik altijd maar weer denk dat ik iets snap van wat U gemaakt hebt. Terwijl ik steeds meer moet er­kennen dat, naarmate we meer weten van de schepping, ik nog meer ervaar dat er nog veel meer is dat ik niet snap. De wetenschap bewijst dat er nog veel meer scheppingskracht achter dat wat we zien ligt, dan ik ooit zou kunnen be­vatten. Uw gedachten zijn hoger dan mijn gedachten. Uw woorden zijn hoger dan mijn woorden. Uw Woord is de waarheid. Want U sprak en het was er. Dank U HERE.

Het is de normaalste zaak van de wereld, dat we geloven dat U de wereld maakte. Dank U HERE. Wat er ook van de mensen komt om te beweren dat het zo niet is, is een leugen. Want wie kan God nadenken en nabootsen. Alle theorieën over het ontstaan van een aarde zonder God zijn verzinsels van het menselijk brein. In die theorieën moeten zoveel vooronderstellingen worden ingebouwd, dat ze wel heel goed hun best moeten doen om God weg te rede­neren. Een ontstaan van de aarde zonder God is heidendom en afgoderij. Het is een poging van de boze om God weg te denken uit het bestaan. Het is de meest kinderlijke manier om afgodendienst en godloosheid te bewijzen. Met al hun bewijzen bewijzen ze maar één ding, dat het het meest aannemelijk is dat de wereld geschapen is. Een schepping is de meest logische en de meest vanzelfsprekende manier waarop we het ontstaan kunnen verklaren. Maar we willen het niet aannemen, want we hebben besloten om alles te vatten binnen het verstand dat we hebben. Alles wat daar buiten valt, nemen we niet voor waar aan. Wat een benauwende gedachte om alleen maar te willen aanvaarden wat wij kunnen bevatten. Terwijl we daarmee erkennen dat er naast ons ken­nen nog heel veel is dat we niet kennen en dat onderzoeken we naarstig om ons kennen uit te breiden, maar het is tegelijkertijd de erkenning dat er heel veel is naast ons kennen dat we niet kennen. Maar de erkenning dat er dan iets moet zijn geweest buiten ons eigen kennen om, dat willen we niet. Want dat is de erkenning van de Schepper, de Hogere, Hij die boven ons staat. Dat is het ergste wat een mens kan overkomen. Want we willen God niet. We zijn tegen de Schepper opgestaan. Maar dat is per definitie onmogelijk, want Hij is er. Hij is de Schepper of we het nu willen of niet. Het bewijs van het niet bestaan van een Schepper is onmogelijk te geven. Het meest wetenschappelijke is dat God er is. Echter we hoeven God niet te bewijzen, want God is er en hoeft niet bewezen te worden. Maar als er mensen zijn die niet geloven en God willen ontkennen, dan zijn ze bezig om God te bewijzen. Elke keer als ze verder doordringen in de wetenschap. Het is toch geweldig. Dat God zich juist in zijn schepping laat kennen. Geen wonder ook, want Hij heeft het allemaal heel zorgvuldig gemaakt. Geloofd en geprezen zij die God. Het is zelfs zo dat uit­gaan van die God, Die alles gemaakt heeft, je juist in de wetenschap alleen maar helpt. Want het willen kennen wat er is, dat doe je het diepste vanuit de vreze des Heren. De vreze des Heren is het begin van alles wijsheid,. En daar­op voortgaan, geeft de openbaring van God, want we hebben ook het gescha­pen verstand gekregen om te doorvorsen wat de werkelijkheid ons biedt. Ge­prezen zij zijn Naam.

Wonderlijk. Het was allemaal heel goed. Wat een vrede moet daar geheerst hebben. Wat een rust. Geen zonde, geen verderf, maar eeuwige vreugde. God is een geweldig God. Hij ziet op zijn werk. Hij rust op de zevende dag. Hij zag dat het zeer goed was. Hij heiligde deze zevende dag. Hij wilde het een heilige dag maken. Waarop Hij rustte, maar waarop iedereen mag rusten. God rust en wij mogen rusten. Hij rustte van al het werk dat Hij scheppende tot stand ge­bracht heeft.

Als God op de zevende dag rust en deze dag heiligt, dan moeten wij die dag ook heiligen. We vinden het later terug in de wet. De schepping mag rusten van al het werken. Ga eens even zitten. Laat het van je afglijden. Laat het even zakken. Ga nou niet altijd tekeer alsof de schepping van jou afhangt. Rust een weinig. God rustte een hele dag. Dat is één dag op de zeven dagen, dat is dus iets minder dan 15 procent. Nou zeg, kan dat wel, dat kost toch veel te veel? Dus van 365 dagen rust Hij er 52. Wat, 52 dagen? Wat een verlies aan moge­lijkheden. Maar God bekijkt het precies van de andere kant. God denkt vanuit rust. Wij denken vanuit productie en voortstuwing van de maatschappij. Wij laten ons leven, terwijl het er juist in de schepping over gaat ,dat wij over de schepping heersen. We hebben het omgedraaid. Maar dit is de werkelijkheid. Zo wil God het en daar moeten wij weer naar terug. Dus stoppen met dat jak­keren. Het werk moet je niet beheersen. Ga eens even zitten. Doe eens wat kalmer aan. Het komt allemaal wel goed. Laat je niet opjutten, enz., enz. Het leven en het werken met God is de meest relaxte job die je je maar kunt be­denken. En dwaal je dan weer een beetje bij God weg, dan zit je zo maar weer verkeerd. Lees maar na. Jezus zegt: “Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijt en Ik al u rust geven, wat mijn juk is zacht en mijn last is licht.” Geloof je het niet? Probeer het maar. Prijs de Heer.

God heeft het goede met Adam en Eva voor. Een prachtige tuin, alles erop en er aan. Ze geven de dieren namen. Ze wandelen met God. Er is water. Er zijn de vier rivieren. Een beschermde hof. De Hof van Eden. Heerlijk. De boom des levens. En de boom van kennis van goed en van kwaad. Van die laatste mochten ze niet eten. Als ze daar van aten zouden ze sterven. Hè, wat een drama. Wat een dreiging. Het woord kwaad en sterven komt in beeld. Daar hebben we het toch helemaal niet over? We zijn toch in de Hof van Eden? Het is toch allemaal goed? Maar ze staan er wel. God weet kennelijk van goed en van kwaad. Hij weet dus van dood en leven. Hij zegt het maar direct. Kenne­lijk was er dreiging voor de mensen. Pas op, niet van eten, want anders gaat het mis. En dat het mis gegaan is, daar zijn we zelf het bewijs van, want we gaan allemaal dood. Maar zo is het van den beginne niet geweest. Wat hebben we nu allemaal uitgehaald? Wij hebben dus wel van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten. En dan hebben we de straf verdiend. Dan moeten we niet zeggen: we wisten het niet. Dat is geen eerlijke zaak, want we wisten het wel. We staan zelf schuldig.

God ziet dat de mens alleen is. Hij heeft de mens gemaakt naar zijn beeld. Hij schenkt hem een hulpe. Hij formeert haar uit de rib van Adam. Been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees. Het is Gods schepping. Daarom zijn ze één vlees. En dáárom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en zij zullen tot één vlees zijn. Heerlijk toch dat het huwelijk al in het paradijs wordt gesloten. Tot één vlees worden. Dat is de bedoeling van God. Heerlijk om zo te weten, dat we ons huwelijk in de hemel sluiten. Het is maar niet een verbintenis tussen twee personen, een contract. Neen, het is een eeuwigheidsbesluit. Het is een scheppingsbesluit. Je bent één en je blijft één. Je bent niet meer te splitsen, wat er ook gebeurt. Kom er niet aan, want dan kom je aan God. We zien het om ons heen. Het huwelijk wordt aangevallen. Er gaan heel veel zaken stuk op het gebied van de relatie tussen een man en een vouw. Op seksueel gebied. We kunnen ons hoofd niet buiten de deur te steken of we worden al seksueel uitgedaagd. Onze huiskamers zijn tv-bordelen geworden. En we doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Begrij­pen we nu waarom God het huwelijk in zijn schepping heeft besloten. Hij wist van het kwaad dat de mens bedreigt. Hij weet van de dood. Hij heeft met Luci­fer te maken gehad. Hij wil dat wij gehoorzaam zijn. Hij zendt Messias Jezus en zegt: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.” Dan moeten we ook die weg gaan. Het is geen vrijblijvende zaak. Het is een opdracht.

Tragisch. Tragisch. Tragisch. Er is niets veranderd. De zonde kwam in de we­reld en is in de wereld. We worden verleid, dag in dag uit. Als ik het goede wil doen is het kwade mij nabij, roept Paulus uit. Ik ellendig mens. Wie kan mij verlossen. Dat is alleen mogelijk door het bloed van de Here Jezus, die zijn leven gaf op het kruis van Golgotha, als verzoening van onze zonden en niet alleen van de onze, maar van die van de gehele wereld. O, HERE, God, wij hebben gezondigd. Wij hebben U verlaten. Wij zijn van U afgeweken. Wij hebben u verlaten. O, HERE, God, vergeef mij.

Wat een zonde. Wat een tragiek. De duivel fluistert ons in. Hij is de aanklager aller broederen en dat is vandaag aan de dag nog zo. Hij is altijd op jacht om de mens van God af te trekken. Hij gaat rond als een briesende leeuw, zoeken­de wie hij kan verslinden. Hij is de mensenmoorder van den beginne. Hij is gekomen om te stelen, te roven en te moorden. De Bijbel staat er vol van hoe machtig de duivel is om de boel kapot te maken. En dat is door onze zonde. Wij hebben in Adam gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Wij verdie­nen het oordeel. Wij staan schuldig. Wij willen ook als God zijn. God zegt blijf eraf. Dat is mijn terrein. Ik weet van goed en kwaad. Ik heb jullie ge­maakt om eeuwig te leven. Maar de verleiding komt in ons en wij willen toch weten hoe het zit. Wij willen als God zijn en dan gaat het mis. Wij moeten ons aan God onderwerpen. We moeten niet tegen beter weten in toch onze eigen gang gaan, want dan komen we in de duisternis terecht.

Ze zien dat ze naakt waren. Wie heeft hen dat geopenbaard? Ze nemen blade­ren en bedekken zich. God maakt voor hen klederen en trekt ze die aan. Ze zien dat hun lichaam voor elkaar niet naakt kan zijn. Ze kunnen niet rein den­ken. Het is heel opvallend dat dat als eerste wordt vermeld. Hoe gaat de duivel daar niet zeer geraffineerd mee om. God wil reinheid. God wil zuiverheid. Zuivere heilige relaties, God, help ons! God, zet ons op het rechte spoor!

En dan begint het verwijt: “De vrouw die Gij aan mijn zijde gesteld hebt;” “De slang heeft mij verleid.” We wijzen altijd op een ander. Een ander heeft het gedaan. Als hij of zij nu maar niet dit of niet dat, dan zou ik wel beter heb­ben gedaan. We zoeken altijd een excuus voor de zonde, maar God prikt er dwars doorheen. Jíj hebt gezondigd en jíj bent verantwoordelijk. De moeite van de zwangerschap zal worden vermeerderd. Daar waar God de poort open­stelde naar de heiligheid van zijn scheppingskracht in het nieuwe leven, daar wordt smart gebracht. En de man zal in het zweet zijns aanschijns zijn brood verdienen. Wat moet er niet geploeterd worden om aan de kost te komen.

Wat kan er veel verkeerd gaan. Tot stof keren we weer. We worden geboren om te sterven, terwijl we gemaakt waren om eeuwig te leven. Messias Jezus overwon de dood op het kruis van Golgotha om met Hem eeuwig te mogen leven. Dat is het wonder. Maar in dit tranendal staan we steeds weer opnieuw aan een graf. O HERE, wat zijn wij schuldig voor U. U schiep het volmaakt en wij zondigen. U bent de Almachtige. U bent de Heilige.

Dank U dat U er geen einde aan gemaakt hebt en dat de engel ook de boom des levens bewaakt. U laat uw plan niet verder dwarsbomen. Het is al erg genoeg. U voert uw grote strijd met uw tegenstander. U wist welke macht hij bezat. De overste dezer wereld. Hij is tot veel in staat. Dank U dat uw Zoon hem heeft wederstaan in de verzoekingen. Help ook ons hem te wederstaan. We hebben niet te strijden tegen vlees en bloed, maar tegen de boze machten in de hemelse gewesten. HERE, dank U wel, dat U het ons zo duidelijk maakt. Uw Woord is de waarheid. Deze drie eerste hoofdstukken van uw Woord staan zo machtig vol van zekerheid en eerlijkheid en perspectief en waarheid. We ervaren het in ons eigen leven. We zijn dankbaar voor de schepping die zucht in al haar delen. Maar de dag van de totale herschepping komt, hoewel we daar al eeuwen op wachten, weten we het zeker: hij komt. We zien U in de schepping overal. Als we onze ogen en ons hart maar open houden. Elk bloempje, blaadje, bijtje, alles is een wonder. HERE, dank U wel.

                 



Naar alle artikelen