2022-06-19: Deuteronomium 31:1-30 notitie L.P. Dorenbos bij 19 juni

2022-06-19: Deuteronomium 31:1-30 notitie L.P. Dorenbos bij 19 juni

Deuteronomium 31:1-30 notitie L.P. Dorenbos bij 19 juni (2) www'kiesdanhetleven.nl

31:2

Ik ben nu honderd en twintig jaar oud; ik kan niet meer uitgaan of ingaan, en de HERE heeft tot mij gezegd: de Jordaan hier zult gij niet overtrekken.nn

31:3

Jozua zal voor u uit overtrekken, zoals de HERE geboden heeft.

31:6

Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de HERE, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten.

31:7

Wees sterk en moedig, want gij zult met dit volk komen in het land, waarvan de HERE hun vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou, en gij zult het hen doen beërven.

31:8

vrees niet en word niet verschrikt.

31:10

Na verloop van zeven jaar, op de bepaalde tijd van het jaar der kwijtschelding, namelijk het Loofhuttenfeest,…

31:11

zult gij deze wet ten aanhoren van geheel Israël voorlezen.

31:13

en opdat hun kinderen, die er niet van weten, het horen en de HERE, uw God, leren vrezen – al de tijd, dat gij leeft in het land, dat gij na het overtrekken van de Jordaan in bezit zult nemen.

31:14

Toen gingen Mozes en Jozua in de tent der samenkomst staan.

31:15

En de HERE verscheen in een wolkkolom, en de wolkkolom stond aan de ingang der tent.

31:16

zij zullen Mij verlaten en mijn verbond verbreken, dat Ik met hen gesloten heb.

31:17

Te dien dage zal mijn toorn tegen hen ontbranden,…

31:18

Doch Ik zal te dien dage mijn aangezicht volkomen verbergen…

31:20

Want Ik zal hen naar het land brengen, dat Ik hun vaderen onder ede beloofd heb, vloeiende van melk en honig; zij zullen eten en verzadigd en vet worden, maar zij zullen zich tot andere goden wenden en die dienen;…

31:22

Toen schreef Mozes dit lied op en leerde het de Israëlieten.

31:26

Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de HERE, uw God, opdat het daar tot getuigen tegen u zij.

31:27

Want Ik ken uw weerspannigheid en hardnekkigheid.

31:30

Toen sprak Mozes ten aanhoren van de gehele gemeente van Israël de woorden van dit lied ten einde toe.

Mozes weet dat hij niet de Jordaan zal overtrekken. Hij is nu honderd twintig jaar oud. Hij had op de rots geslagen voor water, maar de HERE had hem dat niet opgedragen. Je moet dus niet voor de HERE uitgaan. Je moet blijven bin­nen zijn geboden. Niet zeggen: “De HERE spreekt,” als de HERE niet gespro­ken heeft. Je moet fijngevoelig zijn en de HERE horen. Jozua zal voor u uit­trekken. Wees sterk en moedig! Want de HERE zal voor jullie strijden. Hij zal jullie niet verlaten. Het is niet jullie strijd, maar het is de strijd des HEREN. Daar gaat het om. We moeten achter onze Aanvoerder aangaan. Doen wat Hij zegt. Hij kent de strategie. Wij moeten sterk en moedig zijn. Want onze Aan­voerder is onoverwinnelijk. Wat een fantastische zekerheid. Daar kan toch niemand tegen op. Dat is vast en zeker. Glorie voor zijn Naam!

Wat een heerlijke gedachte. De HERE Zelf zal voor ons uittrekken. Dat was toen zo en dat is ook nu zo. Dat is de normale weg. Dat is het normale christe­lijke leven. Heerlijk evangelie. Vrees niet en word niet verschrikt. Dat mag je er wel bij zeggen, want als je ziet wat er soms op je afkomt, dan slaat de schrik om je hart. Wat een geweld. Wat een bombarie. Maar laat je niet in de war brengen. God is groter dan welk groot probleem ook. Wat bij jou onmoge­lijk is, dat is bij God een peulenschilletje. God kan oneindig veel meer doen dan wij bidden of beseffen. Dat is onze God. Dat is mijn God. Heerlijk evan­gelie. Ik moet sterk en moedig zijn. Dank U HERE!

Mozes heeft de gehele wet opgeschreven. En elke zeven jaar moet de wet wor­den voorgelezen. Dat gebeurt op een bepaalde tijd op het Loofhuttenfeest. God wil dat de mensen eraan herinnerd worden. We moeten ons de woorden inprenten. We moeten er aan herinnerd worden en het is ook belangrijk voor onze kinderen, want die weten het nog niet. Die moeten we het vertellen. En elke zeven jaar is er weer een nieuw geslacht. Als kinderen zeven zijn, dan kunnen ze het al heel goed begrijpen. Eigenlijk al eerder. Je moet dan ook vroeg met de opvoeding beginnen. Daar doe je goed aan. Want kinderen ne­men heel scherp op wat er in hun omgeving gebeurt. Ze observeren. Ze reage­ren. Kleine potjes hebben grote oren. Ze luisteren mee. Ze zijn leergierig. Je staat versteld wat ze allemaal al weten. Daarom is het ontzettend belangrijk wat je ze leert en wat er in hun omgeving gebeurt. Wat zien en wat horen onze kinderen? Daarom moet de wet voorgelezen worden. Daarom moeten we het onze kinderen inprenten. Daarom zijn we verantwoordelijk voor de opvoe­ding. Daar moeten we werk van maken.

Dan volgt de tragiek in het leven van Mozes. Hij weet dat ze toch zullen afval­len. Hij weet hoe ze hem, maar vooral de HERE God, hebben behandeld de af­gelopen veertig jaar in de woestijn. En waarom zullen ze dan niet afvallen als ze in het beloofde land zijn? Hij noemt het dan ook. Hij waarschuwt hen. Daarom schrijft Mozes een brief opdat er een getuige tegen hen zal zijn, als ze in zonde zijn gevallen en de HERE God hen heeft verlaten. En tegen Jozua zegt hij: “Wees sterk en moedig,” want hij zal het volk in het land brengen na­dat de HERE God hun vaderen onder ede gezworen had. Toen Mozes al die woorden uitgesproken had, moest het wetboek in de ark gelegd worden, naast de ark des verbonds, opdat het daar als een getuige tegen u zij. Dan moeten ze alle oudsten bijeen roepen, omdat Mozes hen een lied gaat laten horen. Want hij weet dat ze na zijn dood verderfelijke dingen gaan doen. Wat een tragiek. Deze oude man, honderd twintig jaar oud, die zoveel heeft meegemaakt. Aan het einde van zijn leven moet hij constateren, dat ook na zijn dood ze wel weer ongehoorzaam zullen zijn en veel rampen over zich heen halen. Wat een tragiek. Wat een weerbarstig volk. Wat moet God er een verdriet van hebben. Hoe moet dat nu verder? God is goed. Wat moet God toch een geduld hebben met zo’n stelletje ongeregeld op aarde. Wat moet het een geweldige geeste­lijke strijd zijn in de hemelse gewesten. Wat zal de overste der duisternis alles doen om de kinderen van God kapot te krijgen. Wat heeft hij nog een macht. Maar God zit op de troon. Hij zond de Messias om de zonde te verzoenen. Want waar schuld is, is straf. en verzoend worden. God is een rechtvaardig God. Hij neemt de straf op Zich. Hij zal zijn volk leiden en inwijden. Hij zal het voor hen opnemen als ze uiteindelijk in de grote druk komen. Ze kunnen het zelf ook niet. Dan zal Hij hun wet in hun binnenste leggen. En dan zullen ze hem volgen en dan zal de wet uitgaan van Jeruzalem. Wat een heerlijk evangelie. Glorie voor zijn Naam! Mozes, de man Gods.




Naar alle artikelen