6:20 |
maar verzamelt u schatten in den hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. |
6:21 |
Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. |
6:22 |
De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; |
6:23 |
maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis! |
6:24 |
Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon. |
6:25 |
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
6:26 |
Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? |
6:27 |
Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? |
6:28 |
En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en zij spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. |
6:30 |
Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in den oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? |
6:31 |
Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? |
6:32 |
Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. |
6:33 |
Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. |
6:34 |
Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. |
Ik kon niet anders dan dit hele stuk overtypen. Dit is een stuk om uit je hoofd te leren. En niet alleen uit je hoofd te leren maar in je hart te laten neerdalen. Dit is uit het leven gegrepen.
Want het is zo waar. We zitten veel meer vast aan onze aardse dingen dan we zelf doorhebben. Maar het is waar. Waar je schat is daar is ook je hart. En ons hart mag helemaal bij God zijn. Daar is het goed. Hier op aarde gaat het allemaal stuk. Je ziet het om je heen, roest en verval. We worden geboren, maar als we een eindje op pad zijn dan vallen we al weer af. We gaan allemaal dood. Het sterven zit ons in het bloed. We doen er van alles aan, maar als het je tijd is dan is het je tijd. En dat is nooit mooi. De dood is de laatste prikkel. Maar die is er wel. We moeten ons dan ook geen schatten op aarde verzamelen, maar in de hemelen. Daar is het goed. En als ons hart daarop gericht is dan kijken we ook goed aan tegen de dingen die op aarde zijn. Wij doen het vaak andersom. Wij laten onze blik hoe we tegen God aan kijken, bepalen, hoe het met ons gesteld is op aarde. Stom! Niet doen, daar loop je altijd mee vast. En dan moeten we ook goed kijken. We moeten ons laten verlichten door het Woord van God. God is het Licht. En dat is ook duidelijk. De lamp van het lichaam is het oog. Daarom moeten we de boel zuiver houden, want dan kunnen we goed kijken. En als je de boel niet zuiver houdt, dan verduister je je eigen oog. En dan wordt het wel erg duister. Als je licht hebt, moet je het niet duister maken, want waar God is, is licht. En waar Hij niet is, is duisternis. Blijf dan in het licht. En je kunt ook niet God en de duisternis dienen. Je kunt maar één Heer dienen. Je kunt maar één liefhebben. Je kunt niet God dienen en de Mammon. Je kunt niet de schat op aarde dienen en het geld. Je kunt niet twee heren dienen. Dien dan de Here, want dan heb je de juiste kijk op de dingen die gebeuren en ook op je ‘schatten’ op aarde.
Want het is toch duidelijk? God heeft alles in Zijn hand. We moeten ons dan ook niet bezorgd maken. God regeert. God ziet alles. Hij wil ons leven beheersen. Hij leidt ons door dit leven heen. Dat kan soms best stormen, maar God weet het. Het leven is meer waard dan het voedsel en de kleding. Het leven is in Gods hand. Kijk nu toch eens om je heen. De vogels en de bloemen en de leliën des velds. Wat kunnen we ons toch bezorgd maken over de dingen die er helemaal niet zijn. Kleingelovigen. Vertrouw op God. God in de hemel weet dat wij dit alles nodig hebben. En elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Dat is duidelijk. Ja, roept iedereen, dat is gemakkelijk gezegd. Maar ik heb deze zorg en ik heb geen werk. En wat moet ik nu dit en wat moet ik nu dat. Jezus kan dat nu wel gemakkelijk zeggen, maar, maar, maar, maar. Ja, dat weet Jezus ook wel. En daarom zegt Hij het allemaal zo duidelijk.
Want we zitten wat af te klagen. We zitten wat vast aan ons eigen zicht op de dingen zoals wij vinden dat het allemaal zou moeten. Maar Jezus zegt: Dat kan allemaal wel zo zijn. Maar wacht nou toch eens even. Kun jij het allemaal bepalen? Kijk toch eens om je heen. Leef toch in Mijn licht. Zet je hart op Mij. Verwacht het van Mij. Zoek toch eerst de dingen die boven zijn. Want daar moeten we het van hebben. Dat is onze blikrichting. Hier op aarde vinden wij het niet. Hier heerst de dood en de zonde. Weer je daar voor. En zie naar Mij. Samen met Mij, leid Ik je door dit leven. En jullie zijn Mij zeer kostbaar. Ik wil je helpen. Ik zal je leiden. Ook door de donkere dalen heen. Ja, zelfs door de dood heen. De dood jaagt dan geen angst meer aan. Want we hebben ons al gericht op het Koninkrijk dat komt. Dat heb Ik jullie toch net geleerd: Om te bidden. Heerlijk toch? En het is echt waar. Doe het maar. En zie je het niet meer zitten? Ik ben er en Ik zal je nooit in de steek laten. Want Ik ben Zelf het hards bezig om die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, waar gerechtigheid heerst, tot in der eeuwigheid te grondvesten.